“Het is heel moeilijk om alles in deze wereld achter te laten. Maar als je alles opgeeft, ook je persoonlijke eigendommen, dan ga je beseffen dat de hele wereld van jou is. God geeft het ons allemaal.” Aan het woord is Serafim, een Libanese monnik van ongeveer dertig jaar. Hij ontvangt Rima met een groep studenten van de Near East School of Theology. Rima organiseert voor haar studenten geregeld zulke bezoeken, als deel van de cursus oosterse kerken.
Het Hamatoura-klooster nestelt in een steile rotswand in het noorden van Libanon. Het is alleen te voet bereikbaar, langs een zigzaggend pad. Voor sommige studenten is de klim bijna te zwaar. De monniken beschikken over twee muilezels om zware goederen naar boven te transporteren.
De wereld voor Gods troon
In het vreedzame Hamatoura – Aramees voor berg met een bron – wonen zeventien monniken. De meesten van hen zijn nog jong. Zij hebben gekozen voor een contemplatief leven. Dat wil zeggen dat hun leven zich grotendeels in en om het klooster afspeelt en dat zij tenminste zes uur per dag in gebed doorbrengen. “We brengen de wereld voor Gods troon. We weten dat de meeste mensen te druk zijn om te bidden. Dat is voor ons reden te meer om voor allerlei dingen voorbede te doen.”
De monniken worden om drie uur ’s morgens wakker en beginnen met persoonlijk gebed. Om vier uur beginnen de metten, een eredienst van zo’n drie uur. Na het ontbijt, om zeven uur, gaan ze aan het werk tot de lunch. De namiddag wordt doorgebracht in gemeenschappelijke vespers, die ook zo’n drie uur duren. De avonden zijn gewijd aan studie van talen en geestelijke literatuur. Voor nachtrust blijft er dan nog een uur of zes over.
De studenten van de NEST vragen hoe de monniken dit zware leven aankunnen. Serafim legt uit dat dit training vergt, maar dat het lichaam eraan went. “Ik ervaar dit echt niet als een soort marteling. God geeft ons kracht om dit aan te kunnen. Gelukkig zijn de regels flexibel. Als we zwaar werk verrichten, zoals tijdens de olijfoogst, dan krijgen we ook extra slaap.”
Gehoorzaamheid
Gewerkt wordt er in dit klooster. Sommige monniken schilderen iconen; anderen vertalen en redigeren geestelijke lectuur. Serafim is belast met het ontvangen van de vele groepen jonge mensen die naar het klooster komen. En dan is er natuurlijk het huishoudelijke werk. Al het voedsel wordt door de monniken zelf verbouwd en geproduceerd. Het klooster is vrijwel vegetarisch; alleen op feestdagen wordt er vis gehaald. Bonen zijn dagelijkse kost. Tot de lekkernijen van het klooster behoren olijfolie, jam en wijn.
De studenten hebben geluk, want zojuist wordt er een iconenwand in elkaar gezet. Dit kunstige houtsneewerk van een van de monniken is bestemd voor een nieuwe orthodoxe kerk in Abu Dhabi. De iconen voor deze wand zullen uit Griekenland komen.
Waarom koos Serafim voor het kloosterleven? Hij legt uit dat hij na zijn studie een roeping voelde. “Ieder mens wordt door God op een zeker moment aangesproken. Ik heb aan mijn roeping gehoor gegeven en nu ben ik hier.” Serafim heeft er alles voor opgegeven, inclusief zijn familie. Zijn moeder en zuster komen soms naar het klooster, maar hij kan niet meer bij hen op bezoek. Zelfs zijn naam heeft hij afgelegd. Nu is hij Serafim, een naam die getuigt van de eeuwige lofzang voor God.
Wilbert & Rima wonen en werken in Libanon, het geboorteland van Rima. Wilbert is studentenpredikant aan een universiteit waar zowel christen- als moslimjongeren studeren, Rima is docent aan een theologische opleiding. Zij hebben twee kinderen: Christina en Pieter.