Over corona, kleding, teamverband, trauma en taal

Sinds de laatste keer dat ik heb geschreven, is er eigenlijk niet heel veel veranderd. De coronamaatregelen zijn nog altijd hetzelfde, en het vluchtelingencentrum is nog steeds niet geopend. We hebben intussen wel een belofte gekregen dat dit “binnen een week” zou gebeuren, maar “binnen een week” is hier soms een beetje een breed begrip. We blijven dus geduldig afwachten.

In de tussentijd hebben we wel al steeds meer families van kleding kunnen voorzien. Het gaat om families van meestal minstens 10 mensen; vaak wonen er bijvoorbeeld zussen bij elkaar in één huis, inclusief al hun kinderen. Het aantal loopt dan ook geregeld op tot 15 of 20. Ze nemen dan vaak ook enorm veel kleding mee, en we zijn enorm dankbaar dat we elke keer genoeg kleding hebben om mee te geven.

Binnen het team zijn er ook wat ontwikkelingen geweest. Zo’n anderhalve maand geleden hebben twee teamleden ons helaas verlaten, wegens meningsverschillen over de werkwijze binnen het centrum. Zelf heb ik daar niet veel van meegekregen; het meeste hiervan speelde zich namelijk al af voordat ik in dit land arriveerde. Maar het blijft heel vervelend als je mensen moet laten gaan. Gelukkig zijn er nog wel een aantal teamleden met hen in contact, en hebben ze de relatie dus niet midden in een conflict verbroken.

Hierna is er ook weer een stel bijgekomen. Het is heel mooi om te zien hoe goed zij binnen het team passen; het klikt heel goed en iedereen is erg met elkaar begaan. Daar zijn we dan ook echt heel dankbaar voor!

Ook zijn we als team bezig met hoe we de vluchtelingen zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Nu waren we dat natuurlijk al aan het doen, maar nu ook nog op een wat ander level. Een van onze teamleden is psycholoog, en hij heeft twee sessies georganiseerd over trauma onder (im)migranten en over “play therapy”. Het is heel mooi en goed om hierover na te denken, aangezien de meeste (al dan niet alle) vluchtelingen die naar het centrum komen zwaar getraumatiseerd zijn. Tegelijkertijd zijn we ons er ook heel erg bewust van dat wij dat niet met hen op kunnen lossen; ze hebben echt flink veel professionele hulp nodig. En dat is lastig, want deze mensen komen vaak uit culturen waar ze moeilijk mensen in vertrouwen nemen. Het beste dat wij kunnen doen, is een sterke relatie met hen opbouwen, en er voor hen zijn. Vaak komen de verhalen dan vanzelf. En ook al kunnen wij het dan niet voor hen oplossen, het helpt hen vaak al wel om te merken dat er naar hen geluisterd wordt.

Kortom, het is soms moeilijk om hiermee om te gaan, maar het is enorm bijzonder dat we er voor deze mensen mogen zijn. Het is heel mooi om te merken hoe hele kleine dingen al heel veel impact kunnen hebben. Zo spreek ik de taal bijvoorbeeld niet, dus is het lastiger om een relatie met mensen aan te gaan. Maar alleen al het feit dat ik bereid ben om een baby vast te houden als de moeder kleding aan het uitzoeken is, of dat ik met wat kinderen speel, of dat ik soep en brood kan uitdelen, doet vaak al veel met mensen. Nederigheid en de bereidheid om klaar te staan voor anderen is eigenlijk alles wat je nodig hebt.

Daar moet ik eerlijk bij zeggen dat ik het soms wel erg moeilijk vind dat ik de taal niet spreek. Ik wil graag meer voor deze mensen kunnen doen en ook het gesprek met hen aangaan om hen ook op die manier te kunnen ondersteunen. Maar toch blijft het heel mooi om te zien hoe God dan eigenlijk iedereen kan gebruiken in dit werk!

Volg ons via de volgende kanalen